.

Mystiek > Ingezonden > Bijdragen

Armoede van geest, wijsheid, leegte, aandacht (3)

Het begrip Leegte in het Boeddhisme

In het boeddhisme vinden we een opvallend vergelijkbare leer. De leegte is het kenmerk van de boeddhistische wijsheid, zoals het donker het kenmerk is van de christelijke wijsheid bij de apofatische mystici.

Terwijl de christelijke wijsheid haar hoogtepunt vindt in het zien van God (visio Dei), een vereniging in liefde (unio mystica), die een eindeloze zaligheid verschaft, culmineert de boeddhistische wijsheid in de ultieme staat van verlichting (nirvana).

In het Boeddhisme kan er echter alleen maar sprake zijn van de 'negatieve weg', aangezien daar al het geschapene begoocheling (maya) is en de enige werkelijkheid gevonden wordt in de uiteindelijke Werkelijkheid, welke zich slechts als 'ledigheid' doet kennen in het leeg-zijn van alles.

De christen daarentegen begint zijn contemplatieve opgang juist met iets over God te zeggen, al moet hij dat in de onmiddellijk volgende fase ontkennen om het te overstijgen. God is immers Vader (deus revelatus), maar tegelijk een diep mysterie, ondoorgrondelijk, onkenbaar, onuitspreekbaar (deus absconditus).

Het zou zeker verkeerd zijn de term 'leeg', zoals die door de boeddhisten gebruikt wordt, te verstaan in de puur negatieve zin die bij ons geldt.

'Leegte is vorm, vorm is leegte', d.w.z. wanneer je zegt dat iets er is, weet je nog niet wat je je concreet kunt voorstellen.

Maar het zou evenmin juist zijn te menen dat zij met die term hetzelfde aanduiden als wat christenen bedoelen, als ze spreken van 'God' of het 'Absolute'.

Zodra ik het spoor van mijn innerlijke wereld volg - komt de uiterlijke wereld - en zet een klopjacht op me in.
- Carla Pols -

Roemi: Juwelen
Een dagboek met 365 fragmenten van wijsheid. Nederlandse vertaling door Sipko den Boer en Aleid C. Swierenga
Cover van Roemi: JuwelenDeze tweede bloemlezing uit het werk van Roemi is even mooi en inspirerend als "Roemi
Meer...

WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7

 

.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.