Meditatie > Boeddhisme > Geschiedenis > Dumoulin Japan > Moderne tijd
Bankei Yotaku (1622-1693) ging bij zijn streven naar verlichting tot het uiterste, zodat hij er tot stervens toe ziek van werd. Toen kreeg hij het inzicht dat dit onnodig was, omdat alles reeds in 'het ongeborene' rust. Zenmeesters die hij van zijn verlichtingservaring vertelde, wilden deze niet erkennen. Blijkbaar ervoeren zij zijn inzicht als nieuw en ongebruikelijk, en misschien misten zij ook het extatische karakter van de gebruikelijke verlichtingservaring. Later zou hij toch inka krijgen van een meester uit de Myoshinji-lijn; dit is belangrijk, omdat latere generaties in Rinzai o.i.v. Hakuin scherpe kritiek op Bankei zouden uitoefenen. De inhoud van zijn ervaring zou het thema van zijn vele preken (±50.000!) worden: 'de ongeboren Boeddhageest'. Hij bleef een zwervende monnik, die een paar vaste tempels aandeed. Hij zou 50 tot 60 tempels gesticht of hersteld hebben. Onderwijl handhaafde hij voor zichzelf de strenge tucht van een Zenmonnik. De meeste van zijn schriftelijk bewaard gebleven preken stammen uit zijn laatste levensjaren, rondom 1690. Hij gaf toen een serie preken in één klooster, die vele honderden toehoorders uit de meest uiteenlopende boeddhistische scholen aantrokken. Hij had blijkbaar een volksbeweging op gang gebracht. Zijn overtuigende geesteskracht, verbonden met tolerantie en warm menselijke omgang met iedereen trok zeer velen aan.
In de Pali-canon is ergens sprake van 'het ongeborene', maar waarschijnlijk kende Bankei deze tekst niet. Maar hij kende wel een Madhyamika-tekst, waar van het ongeborene wordt gezegd dat het niet te vernietigen is. Bankei vindt dit een uitspraak die blijft steken op het begrippelijke niveau, waar zijn eigen ervaring volgens hem ver boven uitgaat; alleen ervaringsmatig kan men dit ongeborene aanvoelen. Volgens Bankei was hij de eerste die hierin inzicht had gekregen. De ongeboren Boeddhageest is ieder mens aangeboren, maar die moet dan wel zelf besluiten zich aan deze geest over te geven en hem met zijn hele wezen te gaan leven. Omdat de mensen meestal de verhevenheid van deze geest niet kennen, leven zij als onverlichte mensen en zijn zij in al hun handelingen, zelfs in de kleinste dingen, onderhevig aan vertroebelingen. Het ongeborene ís de dingen in hun zoheid, en juist in die zoheid is het ongeborene absoluut. Bankei werd steeds meer een ware volkspredikant. Hij gebruikte eenvoudige taal, en sprak de mensen aan op hun verlangen naar verlichting. Hij vertelde hen dat geen van hen onverlicht was, dat zij enkel alles wat zij deden met de Boeddhageest dienden te doen, om als verlichten te leven. Dat betekent dat men volledig in zijn handelingen opgaat, zonder toorn of aandriften te koesteren. Verlichting is niet iets wat men buiten moet zoeken.
Bankei probeerde altijd in zijn brieven en preken altijd uit te gaan van de specifieke situatie van de mensen tot wie hij zich richtte, en hoe zij daarin vertroebelingen en hartstochten konden overwinnen. Hij zag de nood van het gewone volk en probeerde te helpen, zonder daarbij harde eisen te stellen (=> mededogen). Volgens hem was het gemakkelijk volgens deze Boeddhageest te leven; dit vergt geen grootse inspanningen. Laat alle onderscheidingen (bijv. t.a.v. goed en kwaad), die in de wereld van het geborene gelden, los, want vanuit het standpunt van het ongeborene zijn zij onbelangrijk. Vanuit Bankei's standpunt zijn Zazen en koan niet (per se) noodzakelijk; een goede levenswandel en de toewending tot het ongeborene zijn voldoende! Zazen is volgens hem een ander woord voor de Boeddhageest, en is daarom niet aan de Zendo gebonden, maar kan in het leven van alledag gepraktizeerd worden. Dit betekent dus een radicale relativering van de stereotype middelen van Zen. Het nastreven van verlichting door zitten in Zen is een 300 jaar oude grote vergissing. Hij was zeer terughoudend t.o.v. koans en Zenliteratuur, omdat die zo Chinees beïnvloed waren. Koans zag hij bovendien als een methode om een zeer kunstmatige twijfel op te roepen. Stokslagen en aanschreeuwen kwamen bij hem niet voor. Hij voelt een grote verering voor de T'ang-meesters, die dit soort kunstgrepen niet nodig hadden. Hij loochent niet de betekenis van de ervaring van verlichting, maar waarschuwt voor overschatting ervan en maant tot het aangaan van een nooit eindigend proces van opstijging. Volgens zijn eigen opvatting was zijn oog sinds zijn verlichtingservaring door het voortdurende gaan op de weg van de Boeddhageest al maar helderder geworden. Bankei is een meester die voor het zeer pluralistische Zen van onze tijd van grote betekenis zou kunnen zijn.
Rinzai werd in de Edo-tijd vooral gerepresenteerd door de van het Gozan-systeem onafhankelijke kloosters Daitokuji en Myoshinji. Vooral het Myoshinji is interessant, omdat hieruit Hakuin zou voortkomen. In eerste tijd kwamen ook hier geen vernieuwingen voor, omdat men verstard was in het geformaliseerde Kanna-Zen. Shido Mu'nan (1603-1676) werd in deze lijn een soort voorbode van Hakuin, alhoewel hij geestelijk verre de mindere van Hakuin was. Hij bracht de ook door anderen gevoelde noodzakelijkheid van hervormingen tot verwerkelijking. Hij was doortrokken van een diep gevoel van de vergankelijkheid en het lijden van het menselijke bestaan. Dit leidde ertoe dat hij ernst maakte met het Zenleven, en zijn leerlingen een goed voorbeeld gaf. Hij prentte hen de ernst van het monastieke leven in, en eiste een overeenkomstige levenswandel. Bij de harde strijd tegen de hartstochten kunnen Zazen en koans helpen de geest tot rust te brengen. Ook zijn leerling Dokyo Etan (1642-1721), die tussen hem en Hakuin stond, droeg bij tot de hervorming van Rinzai. Zij zijn beide geen grote figuren in de geschiedenis van Zen; hun betekenis is dat zij in een tijd van verval zich inzetten voor het herstel van Zen. Zij leefden beiden op het platteland, een nieuwe situatie die tot Hakuin leidt.
God is onzichtbaar - maar dat kan Hij niet verborgen houden.
- Carla Pols -
Keating, Thomas: Open Mind, Open Heart
The Contemplative Dimension of the Gospel
Een erg goed, inspirerend en basaal boek waarin de lezer wordt ingeleid in een christelijke vorm van meditatie: Centrerend Gebed. Deze vorm van meditatie maakt
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7