Meditatie > Boeddhisme > Geschiedenis > Dumoulin Japan > Uitbreiding
Zen beheerste de Japanse cultuur van het begin van de Kamakura- tot aan diep in de Tokugawa-tijd (1600-1868; ook wel Edo-tijd), dus gedurende een half millenium! Het is overdreven alle Japanse cultuurwaarden tot Zen te herleiden, maar de Zen-cultuur is wel de meest representatieve culturele prestatie van Japan. De invloed van Zen in Japan doortrekt het gehele geestelijke leven, terwijl die invloed in China nooit zo diep is gegaan, en daar enkel een belangrijke culturele bijdrage was. Vele Japanse Zenkloosters zijn naar Chinees voorbeeld gebouwd. Eisai, Dogen en Enni Ben'en hadden ook tekeningen van tempels uit China meegenomen. De klassieke structuur van een Zen-tempel bestaat uit 7 gebouwen, waarvan vooral de Boeddha-hal, de meditatiehal en de Dharmahal belangrijk zijn. De meest indrukwekkende Zentempels uit de Muromachi-tijd stammen uit de Rinzai-school.
De liefde voor tuinen was al zeer oud in Japan (al voor de Nara-tijd, 710-794), en stond onder Chinese invloed. Door de invloed van Zen ging dit genieten van tuinen een geestelijke betekenis krijgen. Elk stukje natuur symboliseert de hele kosmos. Muso Kokushi (1275-1351; zie p.10) heeft hierin een grote rol gespeeld. Zijn tuinen vormen de overgang tussen die van de Heian-tijd en de steentuinen van Zen in de Muromachiperiode. Het mooiste voorbeeld is de tuin van het Saihoji in Kyoto. In de helft daarvan heeft hij de zog. 'kare-sansui-stijl' gebruikt. Kare betekent 'droog', en sansui zoiets als 'bergen en water'. In deze stijl wordt met stenen stromend water gesuggereerd. Bergen (hard) en water (zacht) staan voor de twee polaire oerkrachten Yang en Yin. Deze stijl wortelt waarschijnlijk diep in oude taoïstische symboliek. Aan het eind van de Muromachi-tijd beleefden de steentuinen een hoogbloei. In weinige symbolen wordt daarin de hele kosmos aangeduid. Deze tuinen zijn a.h.w. een soort koan: wat betekent dit? Het schouwen op zulke tuinen werkt bevorderlijk voor de concentratie. De tuin is een soort symbool voor de van alle eigenschappen ledige geest of van het 'niets' (vgl. de Goddelijke woestijn; Eckhart).
De calligrafie is veel ouder dan de Zenbeweging. De Chinese meester Huang T'ing-chien (1045-1105) die de innerlijke verbinding tussen calligrafie en Zen ervoer. Hij oefende een grote invloed uit op Japanse Zen-monniken, die vooral de Chinese calligrafie diep bewonderden. Daito Kokushi (1283-1105) heeft veel te danken aan diens invloed. In de Sung-periode bloeide de calligrafie. Vele Chinese meesters brachten die over naar Japan, vooral I-shan I-ning (1247-1317). In de calligrafie kon men zijn verlichtingservaring tot uitdrukking brengen.
De Zenkunst is tot de hoogste ontwikkeling gekomen in het schilderen. De kunst van het schilderen met Chinese inkt werd in Japan vooral in Zenkloosters beoefend. In deze beelden kon men zijn verlichting uitdrukken. De schilderkunst van de Muromachi-tijd sluit bij die van de Sung-periode aan, en begon toen ook pas op te komen. In afbeeldingen van Patriarchen of beroemde meesters spreekt het sterke traditie-bewustzijn van de Zenmonniken. Omdat de lijnen bij het schilderen niet meer te corrigeren zijn, en ze dus in één keer goed op het papier moeten staan, kan men alleen slagen als men in een toestand van diepe Samadhi verkeert. Tegen het eind van de Muromachi-tijd ging de interesse voor Zenkunst achteruit, en richtte men zich op een meer decoratieve schilderkunst.
Terwijl de tot nu toe besproken kunsten tegen het eind van de Muromachi-tijd sterk degenereerden t.g.v. de algehele secularisering, had de theekunst (chanoyu) in deze tijd (2e helft van de 16e eeuw) juist een tijd van hoogbloei. In deze tijd zouden ook de christelijke missionarissen naar Japan komen. Sommige christenen beoefenden de theeweg. Ze maakte zich los van de Zenkloosters, waar ze tot dan toe sterk mee verbonden was, en vond grote weerklank bij de toen juist opkomende burgerij. De vier grote principes van de theeweg zijn: harmonie, eerbiedigheid, reinheid en stilte. Na de tijd van hoogbloei zou ze versmallen tot een puur seculiere culturele handeling.
Ook andere kunsten zijn deels door de sfeer van Zen beïnvloed. Bijv. het No-theater, de kunst van het bloemenschikken, en nog andere. De verschillende wegen die door Zen beïnvloed zijn, zijn geen middelen om verlichting te bereiken, zijn dus niet intentioneel van aard. Belangrijker is dat zij de geest van Zen tot uitdrukking brengen. Dàt de Zenkunst ook aanleiding gaf tot de ontwikkeling van 'profane' kunsten, hoeft niet te verbazen, omdat Nirvana en Samsara immers niet-twee zijn. Zen was overigens in China nooit een 'populaire' religie geweest, wat het in Japan door de brede invloed van Zen wel zou worden.
Zij die de duisternis niet bemerken, zullen het licht nooit zoeken.
- Burkle -
Keating, Thomas: Open Mind, Open Heart
The Contemplative Dimension of the Gospel
Een erg goed, inspirerend en basaal boek waarin de lezer wordt ingeleid in een christelijke vorm van meditatie: Centrerend Gebed. Deze vorm van meditatie maakt
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7