.

Meditatie > Boeddhisme > Plaatjes van de os > Bhagwan over de Plaatjes

Bhagwan over de Plaatjes (10)

7. De stier te boven

Introductie bij soetra 7 en 8

Verhaal Gertrude Stein op haar sterfbed. Vraag aan vrienden: "Wat is het antwoord?" Ze wilde een weerklank (geen antwoord in woorden) recht uit het hart en vanuit bewuste aanwezigheid, zoals een Zenmeester dat zou kunnen. Vrienden weten niet wat te zeggen. Volgende vraag: "Wat is dan de vraag?" Wederom geen antwoord. Hele wezen van de vraagstelster is vraag geworden.
Steins vraag was de vraag naar haar ware identiteit in het kader van leven en dood. Filosofische antwoorden voldoen hier niet, want dat is geargumenteer 'over' dit en 'over' dat, dat nooit de kern raakt, maar er altijd om heen blijft draaien. Het is brabbeltaal, want het leven is geen filosofische vraag, maar vraagt om een existentieel ervaren antwoord (verlichting).
Dus het ware zoeken gaat niet om antwoorden op filosofische vragen of überhaupt in woorden gevatte vragen, en het gaat ook niet om het ontdekken van zen (dat is wederom een project van het denken, dat een scherm opricht tussen werkelijkheid en jezelf; hoe meer vragen je stelt, hoe meer wolken je om je heen verzamelt), maar het is een zoeken "om op het leven zelf te stuiten - in al zijn rauwheid, zijn naaktheid."
Het ware leven is geen vraag of antwoord, maar een open-baring. Toch blijft de mens vragen stellen en antwoorden bedenken, maar dit zijn spelletjes die niets oplossen.
En toch blijft hij maar hangen aan de meningen, beelden die anderen van hem hebben, spiegels die niet de werkelijkheid zelf betreffen, en die met zijn dood tot stof vergaan. Maar zelf-kennis is geen weerspiegeling, maar een directe, onmiddellijke ontmoeting met je eigen wezen.

De zevende soetra: De stier te boven

De stier te boven zijn betekent dat je het denken getranscendeert hebt. De stier, die in de ogen van het denken iets externs, van jou gescheiden, was, verdwijnt nu, want jij bent één geworden met het geheel.
Criterium: als je nog verdeeldheid of afgescheidenheid voelt, als je je nog bewust bent van je denken of een bepaald deel van je lichaam, dan wijst dit erop dat je nog niet in harmonie met het geheel bent, want anders zou deze bewustheid van afgescheidenheid (ik en de ander; ik en de pijn in mijn hoofd) verdwijnen.
Prachtig beeld voor plaatje VII: ofwel tegen de stroom van een rivier in willen zwemmen ("ik ben iemand" - een gevecht dat je uiteindelijk altijd verliest - en de rivier daarom als tegenstander ervaren, ofwel je mee laten drijven door de rivier, en ontdekken dat je één wordt met de rivier, "niemand meer bent", maar het geheel. Dit is een organische en orgastische ervaring.
Enkel wanneer jij rustig bent, kan je levensenergie, de stier, de rivier, God dat ook pas zijn, aangezien alles met alles verbonden is. Omdat je deel uitmaakt van God, kan God niet gelukkig zijn zolang niet ook jij gelukkig bent. Als een lichaamsdeel pijn heeft, heeft het hele lichaam pijn.
Zweep en touw (bewustwording en discipline) zijn in plaatje VII niet meer nodig, omdat je vanzelf mediteert en volkomen in het geheel opgaat.
Criterium: een heilige is alleen een heilige, wanneer hij geen zweep en touw meer nodig heeft. Is hij/zij nog niet zo ver, dan is hij/zij enkel bezig met het ophopen van ego, streeft nog doelen na en doet nog moeite.

Het commentaar bij de zevende soetra

Mensen hebben een groot ingeboren verlangen naar hun eenheid met het geheel (die nooit verloren ging). Maar omdat dit onhaalbaar lijkt, is dit verlangen bij de meeste mensen veranderd in een diep verlangen naar een partner die van je houdt en je accepteert.
Maar ben je eenmaal verliefd, dan zal er een moment komen dat deze liefde toch ook niet helemaal vervullend blijkt, dat er altijd iets is wat je mist. Intens houden van iemand, maar tegelijkertijd de eindeloos terugwijkende horizon van de ander ervaren. Daarom is intens liefhebben tegelijkertijd intens lijden.

Dan kan het stadium van dorst naar een ander mens overgaan in het stadium van dorst naar meditatie en gebed. De dorst is dan zo groot geworden, dat alleen God nog voldoet, niets anders.
Voorbeeld: Een mooi verhaal, waarin een heilige een iemand die vraagt hoe hij God kan zoeken laat zien dat hij eerst intens van een mens gehouden moet hebben, vóór hij dorst naar God kan krijgen. Zonder voorafgaande liefde voor een mens is het onmogelijk God te bereiken.
Criterium: de liefde voor de ander zal vanzelf voeren tot de liefde voor God. Als dit niet gebeurt, dan is het geen ware liefde. Liefde voor de ander is de poort naar God.
De stier is slechts een tijdelijk symbool; nadat je hem bereikt hebt, moet je dit symbool weer loslaten. Ga je al maar door in de strijd om het verwerven van de stier (zoals sommige heiligen en asceten doen), dan ben je enkel bezig met versterking van je ego. Zulke mensen zijn giftige mensen (onder een verheven schijn). Dan zijn gewone mensen, die zich bewust zijn van hun zwakheden en dwaasheden, beter, want zij kunnen nooit zo'n scherp ego hebben als deze zelfingenomen asceten.
Dus ook de discipline moet op gegeven dag getranscendeerd worden. En de bewustwording. En ook de meditatie. Meditatie is als een medicijn: aanvankelijk nodig, maar onnodig geworden vanaf het moment dat je genezen bent.

Het einde van al ons zoeken zal zijn als wij aankomen waar we zijn begonnen en deze plaats voor het eerst kennen.
- een meisje -

Tydeman, Nico: Zitten
De praktijk van Zen
Cover van Zitten, de praktijk van ZenEen heel prettig leesbare en heldere inleiding in de praktijk van Zenmeditatie. De auteur is een bekende Nederlandse Zenmeester. A.d.h.v. korte hoofdstukken
Meer...

WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7

 

.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.