Gebed > Over gebed > Bezinningsteksten
Deze tekst heb ik vertaald uit James Finley, Merton's Palace of Nowhere. A Search for God through Awareness of the True Self, Ave Maria Press, Notre Dame, Indiana 46556, 19835, ISBN O-87793-159-3. Het opschrift boven de vertaling stamt van mijn hand. De tekst tussen aanhalingstekens is een citaat van Merton zelf, ontleend aan: Zen and the Birds of Appetite, New York 1986, p.76-77.
We zouden tot gebed dienen te komen zoals een kind een slok water neemt. We zouden in gebed dienen te zitten met de eenvoud waarmee de weerspiegeling van een wolk gewichtsloos rust op het oppervlak van een of ander afgelegen meertje. Ons gebed is geen identiteitsverschaffer. Het maakt niet mooier en voegt geen enkele gram toe aan het gewicht van het naar onderscheidingen graaiende ego.
[...] Het is om deze reden dat welke expressie dan ook van een gedreven zoeken naar spirituele verworvenheid heel waarschijnlijk voortkomt uit het onechte zelf. Het zijn onze onechte zelven waarmee we onszelf zien als "potentiële subjecten van bijzondere en unieke ervaringen, of als kandidaten voor realisatie, verworvenheid en vervulling."
- James Finley en Thomas Merton -
Geef het niet óp - mijn hart - de dag te prijzen eer het avond wordt.
- Carla Pols -
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7