.

Gebed > Over gebed > Vormen > Hesychasme > Voetnoten

Voetnoten werkstuk hesychasme

Voetnoten

1. H, 163.

2. Zie het artikel 'Hesychasmus' van C. Wagenaar in P. DinzelbacheR (Hrsg), Wörterbuch der Mystik, Stuttgart 1989, 228.

2a. Praeoos kai hèsugiou pneumatos.

3. De vermelde etymologische achtergronden heb ik ontleend aan SP, 323 en H, 163-5.

4. Zie H, 166-8.

5. H, 166.

5a. Zie ook zijn definitie van het gebed: "Gebed is het afleggen van alle gedachten." (WO, 177) Men zou kunnen zeggen dat de term 'puur' equivalent is met de hesychia: de geest wordt immers tijdens dit gebed door geen enkele gedachte verstoord (alleen gebruikt Evagrius i.p.v. 'hesychia' de term 'apatheia'). Zelfs goede gedachten zijn hier uit den boze (zie par.3.2)!

5b. Zie SP, 321-3. In de colleges was er sprake van een zesde periode in de tweede helft van onze eeuw. In feite is deze periode ook bij Spidlík aanwezig, wanneer hij spreekt over een oplevend neo-hesychasme in onze tijd (SP, 323).

6. Zie KO, 176.

7. De nu volgende bespreking van de fases van het hesychasme baseer ik op SP, 321-3, en WO, 176-184.

8. WO, 176.

9. Zie A, 177-8.

9a. Hausherr heeft o.a. dit drievoudig schema gebruikt om zijn artikel 'L'Hésychasme' in te delen, en wijdt er vele pagina's aan (H, 176-225). Hij laat daarin zien hoezeer deze vorm van leven verankerd is in de oosterse monastieke traditie.

10. Zie voor het volgende WO, 177-181.

10b. Volgens Ware ontstaat het Jezus-gebed in de periode tussen de 5e en 8e eeuw; WO 176.

10c. Over Evagrius: WO, 177. Maar Diadochus gaat verder dan Evagrius, in de zin dat hij ook een concrete methode aangeeft hoe men het pure gebed zou kunnen bereiken; WO, 179.

10d. 'Pseudo', omdat de 'Homiliae spirituales', die lange tijd aan Macarius (gest. 390) werden toegeschreven, waarschijnlijk van een onbekende andere auteur stammen; zie P. Dinzelbacher (Hrsg), Wörterbuch der Mystik, Stuttgart 1989, 336-7. Na de voltooiing van dit werkstuk kwam mij ter ore dat er een proefschrift bestaat dat deze kwestie tot onderwerp heeft: E.A. Davids, Das Bild vom Neuen Menschen. Ein Beitrag zum Verständnis des Corpus Macarianum, Salzburg und München 1968.

11. SP, 328.

12. SP, 181.

12a. Dit is ± een synoniem voor de hesychia, dat van Evagrius afkomstig is, maar in de hesychastische traditie buiten de kring van zijn directe aanhangers vrijwel nooit gebruikt wordt. Interessant is wel dat deze apatheia kenmerk is van de hoogste realisatie van de liefde, dus een positieve dynamische inhoud heeft en niet een soort onverschilligheid of onraakbaarheid is, zoals in de Stoa! Dit is een liefde die door geen enkel eigenbelang meer gekleurd wordt.

12b. Oorspronkelijk betekende nepsis in het profane grieks 'nuchterheid', i.t.t dronkenschap, maar al snel zou het de betekenis krijgen van een wijze geest die zichzelf geheel onder contrôle heeft. Nepsis is één van de kernwoorden in de hesychastische spiritualiteit. Zie voor verdere bespreking par.3.3.

13. WO, 184.

14. SP, 322.

15. Deze wordt uitgebreid besproken in de twee artikelen van van der Aalst.

16. Zie A, 180-1.

17. Zie hierover het artikel 'Variations récentes...' van Hausherr.

17a. "Heer Jezus Christus, Zoon van God, wees mij (zondaar) genadig."

18. Zie SP, 345 en H, 145.

18b. Zie SP, 334. Verder speelde in de vroeg-christelijke theologie de tekst Joël 3,32 een grote rol: "Allen die de Naam van de Heer aanroepen zullen gered worden" (SP, 337).

19. SP, 334; WO, 180.

19a. A,176. WH, 436-7 geeft een citaat van Climacus: "Laat de herinnering aan Jezus verenigd zijn met je adem, en dan zul de waarde van de hesychia kennen."

19b. Als tijdsaanduiding geeft hij hierbij ?7e-8e eeuw. De term 'Koptisch Macariaans' onderscheidt deze traditie van de griekse traditie die vertegenwoordigd werd door de monniken van het Katharina-klooster in de Sinaï.

20. WO, 183.

21. WO, 180.

22. SP, 335.

23. Zie H, 144.

24. H, 179-182.

25. De tekst hiervan is te vinden bij H, 143.

26. SP, 343.

27. Ik ontleen deze in hoofdzaak aan A, 176-9.

28. Zie H, 144-151.

29. SP, 334.

a. Zie H, 57-60: hier wordt deze ontwikkeling met voorbeelden geïllustreerd.

30. Zie H, 215-8.

30a. WK, 44. Zie ook WH, 435: "Hesychia in de diepste betekenis is identiek met het voortdurende gebed van de H. Geest in ons." Voorts ook de uitspraak van Gregorius de Sinaïet: "Gebed is God, Die alle dingen in de mensen bewerkt." (l.c.), en Joh.3,30, waarin het ideaal van een hesychast wordt verwoord: "Hij moet groeien, maar ik afnemen" (l.c.).

31. Zie H, 215.

32. H, 144.

33. Zie SP, 335.

33b. Evagrius: "De deugd, het doel van de praxis, wordt gehinderd door een gedachte die uit passie geboren is; maar voor de contemplatie is zelfs een gedachte zonder meer een obstakel." (H, 187). Climacus: "Het eigenlijke werk van de hesychia is een volmaakte amerimnia voor alle zaken, redelijk (!; te denken valt hierbij bijv. aan goede werken) en onredelijk." (H, 221).

34. H, 188.

34c. Diadochus geeft een heel mooie gelijkenis over de absolute noodzaak de stilte te handhaven. Een bad in een ruimte waarvan men de deur heeft opengezet, zal heel snel zijn warmte verliezen. Evenzo zal een ziel die veel praat, zij het over nog zo goede dingen, zijn 'herinnering Gods' verliezen en ten prooi vallen aan een veelheid van gedachten (H, 214).

35. H, 225.

36. WK, 37.

36a. Zie H, 194-7. Bij Antonius vinden we een beroemde vergelijking: de cel is voor de monnik wat het water voor de vissen is. Zoals de vissen op het droge sterven, zo loopt de monnik die te lang buiten zijn cel verblijft of teveel met wereldse mensen omgaat, het gevaar zijn vermogen tot hesychia te verliezen (H, 195).

37. Zie H, 143 en 194.

38. A, 176.

39. SP, 329.

39b. Zie SP, 329-330. Verderop, op p.341-2, spreekt Spidlík over drie etappes in elk gebed: van mondelinge recitatie naar geestelijke aandacht/begrijpen van de inhoud naar een voelen van het hart. Het voordeel van het Jezus-gebed is dat de tweede fase vrijwel overgeslagen kan worden, omdat de formule van dit gebed zo eenvoudig is.

40. H, 227. Vgl. ook SP, 328, over Pseudo-Macarius.

41. H, 236.

42. H, 231; SP, 327-8.

43. WK, 26.

44. 54-6.

45. H, 237.

46. Zie WO, 178.

46a. Pas in deze eeuw is daar verandering in gekomen. Zie het artikel 'Variations récentes...' van Hausherr.

47. H, 179-181.

48. A, 184.

48a. SP, 332-3. Elders las ik ook nog dat de hesychast is als een wandelend Evangelie-boek. Net zoals het NT de vervulling is van het OT, zo is de hesychast de vervulling van het NT! Helaas kon ik deze plaats niet meer terugvinden.

49. Zie SP, 348-350.

50. H, 211.

51. H, 215.

52. Zie WO, 34-5.

53. H, 222.

54. Zie SP, 335.

55. Zie hoofdstuk III t/m VI.

55a. Hierbij valt natuurlijk wel te bedenken dat deze staat van vereniging maar door zeer weinig mensen bereikt wordt, zoals Ware zelf ook al zegt. Zie hierboven, par.3.5.

Soms ga ik zó tegen Hem tekeer - en iedere keer slikt IE het weer ... die Goeie God.
- Carla Pols -



WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7

 

.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.