Meditatie > Boeddhisme > Bezinningsteksten > Zenboeddhistisch
Onderstaand tekstfragment heb ik vertaald uit een prachtig boek van de New Yorkse psychiater Mark Epstein: "Going on Being: Buddhism and the Way of Change. A Positive Psychology for the West", (uitg. Broadway Books, New York 2001, ebook voor Microsoft Reader, bijv. te koop op de site van fictionwise; maar natuurlijk bestaat er ook een "conventioneel" papieren editie van dit boek). Epsteins boek is een prachtige mix en geheel eigen verwerking en vertolking van aan drie bronnen ontleende wijsheden: omgang met teksten en leraren uit de traditie van het boeddhisme, Epsteins eigen psychiatrische praktijk, en zijn persoonlijke levenservaring. Heel erg warm aanbevolen: een boek om vaker te lezen, dat veel te bieden heeft voor de eigen levens- en meditatiepraktijk! N.B.: "Going on Being" betekent volgens mij zoiets als "putten uit het Zijn".
Ter inleiding op het eerste van de onderstaande tekstfragmenten: Epstein vertelt hoe hij eens met zijn achtjarige zoon (en rest van het gezin?) vertrok voor een kanotocht die een hele dag zou gaan duren. Met het oog daarop drong hij er 's ochtends bij zijn zoon op aan dat deze flink zou eten, zodat hij geen last zou krijgen van honger tijdens de tocht. Zijn zoon - enigszins eigenwijs van aard - weigerde: hij had geen honger. Tijdens de terugtocht gebeurt het onvermijdelijke, en begint Epsteins zoon te klagen dat hij honger heeft...
Wij berispten hem en zeiden: "Zie je wel, hadden we je niet verteld dat dit zou gebeuren?" Vervolgens wilden we van hem horen welke les hij uit dit alles getrokken had. Hij zat ineengedoken op zijn plaats achterin de kano. Hij had wel iets weg een krijgsgevangene, met zijn grote oranje reddingsvest triestig afhangend rond zijn nek.
"Eten wanneer je geen honger hebt," was zijn antwoord, waarbij hij ons aankeek met een uitdagende twinkeling in zijn ogen.
Met al mijn psychotherapeutische ervaring stond ik versteld van dit antwoord. We moesten allemaal lachen en we beseften dat onze zoon ons overtroefd had; maar plotseling drong tot me door welk gedragspatroon we onze zoon probeerden op te leggen. Door te veel onze wil op te leggen aan het natuurlijke proces van honger krijgen en eten, droegen we bij aan het ontstaan van een gehoorzaam of weerspannig, in plaats van een authentiek zelf. Dat mijn zoon ons met humor van zich af wist te houden was bewonderenswaardig, maar dat nam niet weg dat wij fout bezig waren door te veel in te willen grijpen. In het Zenboeddhisme zegt men: "Wanneer je honger hebt, eet dan; ben je dorstig, drink dan." Ik heb me vaak afgevraagd of dit een overmatig simplistische of juist heel erg diepzinnige uitspraak was. Maar de gebeurtenis met mijn zoon maakte mij duidelijk dat zelfs de meest basale aandriften als honger en dorst heel erg gecompliceerd kunnen worden. Hoe vaak komt het niet voor dat wij eten of drinken vanuit een andere motivatie dan honger of dorst? Heeft het gegeven dat wij onzelf aanleren om preventief te leven (of te eten) uiteindelijk niet tot gevolg dat wij angstige mensen worden? Wat was de betere les voor mijn zoon: dat hij zou leren om te eten wanneer hij geen honger had, of dat hij zou leren om zijn honger te verdragen? Wat is de betere les voor ons: dat wij proberen ons in te dekken tegen de toekomst, of dat wij die met open armen - en open maag - tegemoettreden?
Als therapeut heb ik vaak mensen bijgestaan die gevlucht waren uit meditatieweken, bang geworden door de grote eenzaamheid die zij ervoeren tijdens de stilte in de meditatieruimte. Evenzo heb ik dikwijls personen gesproken die hun geloof in de liefde kwijtgeraakt waren onder de grote druk van een langdurige relatie. De dynamieken van deze twee situaties vertonen feitelijk veel overeenkomsten. Inzicht is niet heilzaam wanneer het in onvoldoende mate in balans gebracht wordt door fascinatie of vervoering. Mediterenden doen er goed aan niet meer zo verschrikkelijk hun best te doen; wat zij nodig hebben is een terugkeer naar de meest eenvoudige concentratiemethoden, en het laten ontstaan van de harmonie en ongedwongenheid die op heel natuurlijke wijze volgen uit "één-puntigheid". Partners dienen een manier te vinden om elkaar weer als mysterie te kunnen gaan ervaren. Ook voor hen komt het erop aan om terug te keren naar een meer eenvoudige levenshouding, van vóór dat zij alles wisten wat er viel te weten over elkaar. In beide gevallen dienen mensen hun vastgeroeste opvattingen los te laten, om terug te keren naar een toestand van geboeidheid. Een vergelijkbaar fenomeen kan soms waargenomen worden bij mensen die langdurig in psychotherapie zijn geweest. Zij kunnen diepe inzichten over zichzelf hebben, maar desalniettemin in zichzelf opgesloten, star en ongelukkig blijven.
- Mark Epstein -
Als bloemen konden spreken, zouden zij zwijgen.
- Bertus Aafjes -
Sheng-yen, Master: Faith in Mind
A Guide to Ch'an Practice
Master Sheng-yen (SY) is een Taiwanese Zenmeester in de traditie van zowel van de Soto- als van Rinzai-school. Al zijn boeken zijn
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7