Mystiek > Over mystiek > Geschiedenis > Christelijk > Deel I: Werkelijkheid
Het is eigen aan de mens te reflecteren op zijn ervaringen, en daarom is elke mysticus tegelijk ook een mystiek filosoof (wat niet betekent dat elke mystieke filosoof ook een mysticus is of kan worden). In de praktijk blijkt dat mystici uit alle culturen daartoe een beroep doen op twee grote theorieën, die elkaar aanvullen en samen nodig zijn om enigzins toetreffend God te kunnen benaderen:
Beide modellen zien het universum als dynamisch: als terugreizend naar de Oorsprong, of als een voortgaand bewustwordingsproces van de inwonende Godheid. Sommige mystici, e.g. Eckhart, gebruiken beide modellen door elkaar. Zij ontstaan omdat elke mens qua aard en instelling tegenover de wereld tendeert tot een van deze twee. Het onderscheid loopt parallel aan dat tussen Plato en Aristoteles, tussen de asceet, die zich van de wereld afkeert en iemand die getroffen wordt door de schoonheid ervan.
Op zich genomen lijken deze modellen elkaar uit te sluiten. Maar de christelijke mystiek is superieur aan vormen van mystiek uit andere culturen, juist omdat het via de idee van de Triniteit een verbinding heeft aangebracht tussen deze twee en heeft aangetoond dat het elkaar aanvullende helften van één geheel zijn. Bijv. Dyonisius de Areopagiet, dé theoloog van de emanatie-theorie, neemt in zijn theologie ook het dogma van de inwonende Godheid op, en Eckhart, dé representant van het immanentie-model, citeert in zijn werk Dyonisius het meest van allemaal. Het dogma van de Triniteit blijkt essentiëel als middel om ervaringsfeiten te beschrijven, zodra men psychologische voorwaarden van de mystiek wil analyseren of wil speculeren over de intuïtieve ervaring van God. In de mystieke extase ervaart men geen onderscheid tussen drie Personen, maar wil men de ervaring naderhand overbrengen, dan blijkt dat onderscheid absoluut noodzakelijk. U. neemt het voorbeeld van Teresa van Avila. De Vader staat bij haar voor het Ene, het absolute Zijn. Omdat dit begrip, dat van de grieken afstamt, geen recht doet aan de ervaring van het persoonlijke aspect van het Goddelijke, is er vervolgens de Zoon. Hij bemiddelt tussen de mens en het Absoluut Transcendente, maakt dat zichtbaar en is object van alle liefde voor het Goddelijke. Hij staat voor de wereld van het worden, is uitgegaan van de Vader. Tenslotte herkende Teresa in zichzelf ook een vonk van het Goddelijke vuur, de inwonende H. Geest, de Bron van het transcendentaal bewustzijn in de mens dat zijn contact met de transcendente Ene pas mogelijk maakt.
Een andere belangrijke doctrine van het christendom, incarnatie, blijkt zeer geschikt voor sommige mystici om een brug te slaan tussen de transcendente Ene en de ervaring daarvan in het eigen innerlijk. De idee is dat Jezus' geboorte van alle eeuwigheid in de kosmos en in de ziel van de naar God opstijgende mens plaats vindt, en dat wat zich ooit voltrok in het historische leven van Jezus opnieuw gebeurt/dient te gebeuren in de ziel van de mysticus. De Zoon is een Middelaar: enerzijds voor God die Zichzelf in Hem kent, en anderzijds naar de mens toe die God kent via Hem. Alleen het dogma van Incarnatie kan de mystiek voor het gevaar van pantheïsme bewaren, omdat daarmee het persoonlijke aspect van de Godheid als een Tegenover bewaard blijft en de mens dus nooit kan gaan samenvallen met het Absolute.
De zuiverheid van je liefde is gelijk aan de frisheid van het water waarin je bloemen staan.
- Carla Pols -
Roemi: Juwelen
Een dagboek met 365 fragmenten van wijsheid. Nederlandse vertaling door Sipko den Boer en Aleid C. Swierenga
Deze tweede bloemlezing uit het werk van Roemi is even mooi en inspirerend als "Roemi
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7