Inspiratie > Poëzie > Gedichten > Ingezonden
Marianne Som /
26 feb 2001, 17:12
Toelichting afzender:
Dit gedicht kritiseert onze huidige maatschappij, waarin medewerkers die jarenlang trouw hun werk hebben gedaan soms zonder pardon op een (doodlopend) zijspoor worden gezet.
Zij drukten ook op hem een doornenkroon,
de wolven met hun grimmig jachtgehuil en
de aasgieren. Ach, kon hij zich verschuilen;
zij priemen zo genadeloos gewoon,
afwachtend, solitair op hoge tak,
onpeilbaar hun gesloten, vilten ogen,
de nek begerig naar hun prooi gebogen.
Een vijand vindt bij hen geen onderdak.
De kudde hijgt en richt haar scherpe spies
om tekenen van zwakheid te traceren,
de kleinste zieke plek te signaleren.
En één alleen ontkomt niet aan verlies.
Het houten kruis, op ied're hoek te koop,
werd hem geschonken door fluwelen stemmen.
En anders kon hij niet dan strak omklemmen
het enige houvast in zijn hordenloop.
Bespot door hen wier tijd het nog niet was,
ontwrong zich aan zijn borst een laatste zuchten,
voordat, gelijk een godenzoon, hij vluchtte,
hem ongezien een paarlenkroon genas.
Marianne Som /
26 feb 2001, 17:02
Toelichting afzender:
Ontvangen in een moment van diep-mystieke ervaring.
De treden naar de druipsteengrot
afgedaald, één voor één, zodat je
onmerkbaar
in de diepte van de aarde komt,
speurend naar een dissonant, naar iets dat
beter weggelaten had kunnen worden,
omdat het aanspraak maakt
op begrip of storend is
voor de zintuigen,
balt in een epos eeuwenlang
voorgelezen aan kinderen
en wijzen
het magistrale tafereel zich samen tot
een zwijgend, bloedend hart.
Daglicht in deze angstaanjagende
leegte zou de betovering
verbreken.
Alleen maar tranen
druppen gedachtenloos
de tijd weg.
Is het niet wonderlijk dat
het leven gegeven is in
de eenzaamheid
van een spelonk
en dat
het wordt teruggevraagd
op een heuvel ten
aanzien van
allen?
Een bloedend hart is nooit alleen.
Marianne Som /
26 feb 2001, 16:54
Toelichting afzender:
Muziek als de oorspronkelijke taal van de ziel. Immers, eerst was het woord, het geluid. En het woord sprak: 'er zij licht'.
De droeve tonen der nocturne wekten weemoed.
't Andante, opus negen, nummer twee, ontroerde diep.
Het kwam als langs een gouden koord omlaag gegleden,
terwijl het kleine Portugese stadje dieper sliep.
Het sierlijke balkon, de deuren half geopend,
werd slechts verlicht door 't zwakke schijnsel van een bleke maan.
Een glanzend waas omgaf de frêle pianiste,
alleen in het vertrek, maar onafscheid'lijk haar compaan.
Waar hoorden zij de lang vergeten melodieën,
die twee, wel dicht bijeen, doch nimmer zo volmaakt vervloeid?
Hoe bracht elk teer akkoord hun de verlangd' herkenning?
Wie had de eeuwigheidsmomenten uit hun hart gesnoeid?
O stem, die eerder dan het licht de ruimte vulde
en die van ied're mensenziel een vonkje houdt bereid,
opdat zij in haar heimwee, vreemd en ver, zich wende
tot haar eigen voltooide, unieke oneindigheid,
beroer hen, spreek hen aan, ontvank'lijk in het duister.
Communiceer zoals eertijds dit door u is gedacht.
Weerklink uw werv'lend', weidse zijn in hen die luist'ren
deze verlaten, tijdloos-stille, zuidelijke nacht.
Het paradijs in ons blijft verborgen - zolang we ons - door het verstand om de tuin laten leiden...
- Carla Pols -
Grün, Anselm en Dufner, Meinrad: Spiritualiteit van beneden
De bekende Benedictijner monnik Anselm Grün schreef een prachtig boek over hedendaagse spiritualiteit, niet als het nastreven van onhaalbare hoge idealen
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7