Inspiratie > Spiritualiteit > Bezinningsteksten > Mensen van maïs
Veel mensen werden geboren en in de duisternis plantten zij zich voort. De zon was nog niet opgegaan en er was nog geen licht. Zij waren talrijk en trokken rond in het oosten. Maar God vereerden zij niet. Zij richtten enkel hun gelaat naar de hemel en wisten niet wat zij zo ver waren gaan zoeken.
Zij spraken met elkaar en vol ongeduld wachtten zij op de komst van de dageraad. Met hun gelaat naar de hemel gekeerd richtten zij hun smeekbeden tot God:
Zie ons, hoor ons,
laat ons niet alleen, vergeet ons niet.
God, die in de hemel en op aarde bent,
Hart van de Hemel, Hart van de Aarde.
Geef ons kinderen,
geef ons nakomelingen,
zolang de zon haar baan aflegt en het licht is.
Laat het licht worden,
laat de dageraad aanbreken.
Geef ons goede, vlakke wegen.
Dat de volken vrede kennen, veel vrede en geluk.
Geef ons een goed en nuttig leven.
Zo spraken zij, terwijl zij baden om de opgang van de zon en de komst van de dageraad. En tegelijk met de opkomende zon aanschouwden zij de morgenster, die aan de komst van de zon voorafgaat, die de hemel en de aarde beschijnt en de voetstappen verlicht van de mensen die gevormd zijn en geschapen.
De mens is de mens gegeven om elkaar te voltooien. Níet om elkaar áf te maken.
- Carla Pols -
Schaff, Ph.: History of the Christian Church
Digitale tekst
Oorspronkelijke editie uit 1910, maar in 1998 gecorrigeerd en aangevuld door The Electronic Bible Society, Dallas, TX. Dit omvangrijke naslagwerk is een erg
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7