Inspiratie > Spiritualiteit > Bezinningsteksten > Mensen van maïs
Talrijke symbolen en gebruiken onderstrepen bij ons de band tussen levenden en doden, maar het hoogtepunt vormt ongetwijfeld de viering van Allerheiligen op 1 en 2 november. Dat feest is niet alleen belangrijk voor de afzonderlijke families, maar ook voor de gemeenschap als geheel. Allerheiligen heeft voor ons meer betekenis dan Kerstmis of het feest van de patroonheilige.
Op Allerheiligen verzamelt heel de familie zich rond het huisaltaar. Daar vindt de ontmoeting plaats tussen ons, die aan deze kant van de dood leven, en de gestorvenen, die aan de overzijde zijn. Die krijgen bij deze gelegenheid verlof om terug te keren naar hun huis om deel te nemen aan het feest. Ook personen die buiten de gemeenschap wonen, keren met Allerheiligen terug naar hun geboortedorp.
De viering van Allerheiligen bereiden wij met veel zorg voor. We versieren de huizen met bloemen en dennenaalden, en bij de ingang van het dorp worden bogen opgericht. In huis plaatsen we manden met geurig fruit. Overal staan kaarsen en er wordt wierook gebrand. Op het huisaltaar staat een glas water, zodat de overledene zijn dorst kan lessen na een lange reis.
Op het altaar ontbreken ook nooit een glas sterke drank, andere dranken zoals koffie, chocola en bier, brood, koekjes en sigaretten. Voor overleden kinderen worden frisdranken klaargezet. Alle families bereiden een maaltijd met de lievelingsgerechten van de overledene. Ook al kunnen zij die gerechten niet opeten, zij snuiven wel de heerlijke geur op. Juist omdat we de overledenen niet kunnen zien, spelen geuren zo'n belangrijke rol in het contact tussen levenden en doden.
Op Allerheiligen zelf is de familie bijeen om de overledenen te ontvangen. Samen noemen we de namen van allen die gestorven zijn en we heten hen welkom. We brengen in herinnering hoe de overledenen geleefd hebben, wat ze voor ons hebben betekend, het voorbeeld dat ze ons hebben nagelaten. We vragen hun vergiffenis, bijstand en bescherming. We geven uiting aan onze vreugde omdat de gestorvenen ons bezoeken, maar we tonen ook ons verdriet omdat zij er niet meer zijn.
We vertellen de doden hoe het met ons gaat, welke zorgen en problemen we hebben, hoe goed het was toen zij nog leefden. Alles gebeurt spontaan. In geïmproviseerde gebeden worden herinneringen opgehaald, worden zorgen gedeeld, wordt dank uitgesproken en hulp gevraagd. Soms wordt er ook gedanst. Eerst wordt er muziek gespeeld waar de doden op dansen, en daarna is het de beurt aan alle genodigden.
Na de gebeden, die eigenlijk meer een gesprek zijn met de gestorvenen, eet heel de familie samen. Ook de gasten eten mee. Het is een heilige maaltijd die levenden en doden met elkaar verbindt. Toch vindt de viering van Allerheiligen niet alleen binnenshuis plaats. Ook op de graven van de doden worden voedsel, kaarsen, wierook en sterke drank geplaatst, en ook daar wordt samen gegeten.
Sterke drank vormt een vast onderdeel van elke viering van de Maya's, en ook bij de herdenking van de gestorvenen neemt sterke drank een centrale plaats in. Een deel wordt daarbij opgedronken en een gedeelte wordt op de aarde gesprenkeld. Daarmee drukken wij uit dat levenden en doden bij elkaar horen. Op Allerheiligen toosten we met de gestorvenen op het leven en op alle waardevolle dingen die onze voorouders ons hebben nagelaten.
We kunnen aan de ander vaak niet tippen - dus halen we hem neer...
- Carla Pols -
Schaff, Ph.: History of the Christian Church
Digitale tekst
Oorspronkelijke editie uit 1910, maar in 1998 gecorrigeerd en aangevuld door The Electronic Bible Society, Dallas, TX. Dit omvangrijke naslagwerk is een erg
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7