Meditatie > Stilte
Onderstaande tekst is een gedeelte uit een samenvatting door mij van het boek "Zwijgen als kracht" van Hans Jürgen Baden (uitg. Kok, Kampen 1981). Deze tekst is wellicht heel goed leesbaar in het licht van een "meditatieve benadering" van de vasten- of veertigdagentijd (alhoewel het aspect van je bezinnen op het lijden in de wereld en daarmee solidair zijn in onderstaande tekst ontbreekt).
Extra trefwoorden t.b.v. zoekscript: meditatie, inkeer, stilte.
Onze zintuigen hebben zich a.h.w. heel hecht met zuignapjes vastgekleefd aan de façade van de ons omringende wereld en de vele en gevarieerde zintuiglijke indrukken die zij oplevert. "Onze zintuigen moeten ervan worden losgeweekt; er is veel geduld voor nodig om ze ervan te overtuigen dat het verlies aan vorm en kleur tegelijkertijd een winst inhoudt waarvan het effect pas langzaam merkbaar wordt. De binnenwaartse concentratie van onze geest kan nooit in één keer en op slag succes opleveren." (p.20) Daartoe is een lange en zware weg van afzondering en concentratie-oefeningen nodig, beschreven door mystici van alle richtingen.
Het stille punt kan niet bereikt worden zonder inzet van het lichaam van de mens. In het verleden werd het lichaam vaak achter slot en grendel gezet, als zetel van dierlijke krachten. Maar de geestelijke weg betreft vernieuwing van de héle mens. Daarom is vergeestelijking van het lichaam de belangrijkste taak die in de afzondering volbracht moet worden.
Het stille punt is de plaats waar vrijheid wordt ervaren, vrijheid van uiterlijke én innerlijke onrust en lawaai. De relatie van de mens tot de buitenwereld wordt bezonnen; hij heeft geen overdreven voorstellingen meer van alles wat de wereld vermag te presteren. Dit betekent niet dat hij zich afkeert van de wereld of die haat. Hij zou anders in een toestand van schizofrene zelfhaat verkeren: de wereld is immers door de mens voortgebracht. De mens die zich afkeert van/beschermt tegen de wereld, probeert zich af te keren van/te beschermen tegen zichzelf, wat het verlies aan stilte en geluk alleen maar vergroot. Dat kan niet anders, want deze scheidslijn tussen wereld en privé-sfeer is een illusie.
Aan het begin van bezonnenheid staat onvermijdelijk een periode van 'vasten': onszelf een tijdje onthouden van de wereld en in onszelf terugtrekken. Dit doen we door a.h.w. de antennes van onze zintuigen in te trekken. Dit lukt niet van de ene dag op de andere, want het lijkt wel alsof de wereld haar pogingen om onze aandacht op te eisen verdubbelt, zo gauw wij ons terugtrekken. Bezonnenheid vergt daarom inzet van al onze krachten.
Het tegendeel van bezonnenheid is verstrooiing, lopend van het onvermogen zich met één gedachte of bezigheid bezig te houden tot aan het zichzelf verliezen in een ontelbare hoeveelheid van voortdurend wisselende indrukken. Verstrooiing is minder onschuldig dan zij op het eerste gezicht moge lijken, omdat de mens daarmee op de vlucht kan gaan voor zichzelf. Wanneer mensen het moeilijk vinden om met zichzelf alleen te zijn, komt het handig uit dat rondom ons vele mogelijkheden zijn om onszelf een tijdlang te vergeten, ons te laten onderhouden, afleiden, amuseren. Zo zijn we overgeleverd "aan de voorbijspoelende film van het uiterlijke leven, om naderhand met niets - letterlijk met het Niets in onze handen achter te blijven. Wij verwachten het heil en de verlossing van politieke en economische veranderingen, van plotselingen gunstige constellaties die zullen intreden of moeten intreden... Maar in het uiterlijke leven, in de wereld, gebeurt in feite niets anders dan dat voortdurend het decor gewisseld wordt." (p.27-28) Deze voortdurende wisseling van prikkels kan geen blijvende bevrediging geven.
Naarmate de mens minder verblind raakt door het kaleidoscopisch veelkleurige licht van de buitenwereld, kan op de bodem van zijn bestaan het natuurlijke licht van de geest beginnen op te vlammen. Het lijkt misschien alsof we ons verwijderen van de buitenwereld, wanneer we ons oefenen in meditatie en contemplatie - we sluiten onze zintuigen er immers voor af. Maar in feite naderen we de wereld, omdat we haar 'kern van vloeibaar vuur' naderen.
Men kan van werk of rust in Gods bestaan niet merken; Zijn werken is Zijn rust; Zijn rusten is Zijn werken.
- Angelus Silesius -
Joko Beck, Charlotte: Everyday Zen
Love & Work
Eén van de allerbeste, meest inspirerende en diepgravende boeken vanuit de spiritualiteit van Zen, geschreven door een Amerikaanse Zenmeesteres. Het is
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7